Met 3D-brillen en innovatievere toestellen vindt robotchirurgie zijn weg naar almaar meer operatiezalen, zo leert een rondgang in het Aalsterse Onze-Lieve-Vrouwziekenhuis, één van de pioniers in ons land. ‘Op microschaal is het duur, op macroschaal zijn de voordelen groot.
Nico Schoofs
Op zijn kousen trapt de bekende uroloog en robotchirurg Alex Mottrie op de pedalen van een Da Vinci Xi-robot, terwijl hij 3D-beelden bekijkt en zijn handen de joysticks manipuleren.
We staan in een operatiekamer van het Aalsterse Onze-Lieve-Vrouwziekenhuis en volgen er op één van de vele schermen de bewegingen van de robotarmen in de buik van de 77-jarige patiënt, een paar meter verder.
Eén van die robotarmen bedient de camera, aan de drie andere zijn smalle, langwerpige instrumenten bevestigd om de prostaat van de kankerpatiënt te kunnen verwijderen.
‘Dit soort ingrepen heeft tal van voordelen’, zegt Mottrie, die er na meer dan twee decennia al ruim 4.000 achter de rug heeft en via zijn headset uitleg geeft aan chirurgen die de operatie live mee volgen vanuit zijn opleidingscentrum Orsi Academy, in het Oost-Vlaamse Melle.
‘De incisie is veel kleiner dan bij een klassieke open snede, de robotarm trilt niet, het gaat sneller en je ziet veel meer dankzij de 3D-beelden. Dat is cruciaal bij een prostaatoperatie, waarbij je tot op de millimeter moet werken. De patiënt loopt minder risico op wondinfectie, recupereert sneller en kan vlugger het ziekenhuis verlaten.’
Het OLV-Ziekenhuis zet al sinds 1999 in op robotchirurgie, met wereldautoriteit Mottrie als uithangbord. Het verhaal startte ooit in hartchirurgie, maar brak vooral door in urologie, waarin het inmiddels geldt als gouden standaard voor prostaatingrepen over heel Vlaanderen. Maar robotchirurgie wordt bijvoorbeeld ook al veelvuldig gebruikt bij baarmoeder-, nier-, lies-, knie- en complexe hernia-operaties.
‘Robotchirurgie is met name interessant bij delicate ingrepen’, zegt Mottrie, ‘waarbij je erg precies moet werken om gevoelig omringend weefsel, zoals zenuwen, niet te beschadigen, waarbij de chirurg wél ten alle tijden de controle houdt over de robot.’
Schroeven
De toestellen om aan robotchirurgie te doen, zijn inmiddels ook een pak minder log en geävanceerder dan de modellen van de vorige generaties. Terwijl de robotarmen bijvoorbeeld klassiek op één punt bevestigd waren, zijn er al modellen met vier losse robotarmen, die je afzonderlijk op wieltjes kan verplaatsen. Daardoor kunnen chirurgen, terwijl ze met een 3D-bril naar het scherm kijken, nog flexibeler opereren.
Anno 2022 is robotchirurgie al ingeburgerd in tal van takken van de geneeskunde, gaande van baarmoederverwijderingen bij een kankerbehandeling over ingrepen aan de rug tot de plaatsing van knie- en heupprothesen, stellen we vast in een rondgang langs operatiekwartieren van het OLV-ziekenhuis.
‘Zie je die robotarm?’, wijst neurochirurg Frederic Martens, in een operatiezaal waar we schroeven zien zitten in de rug van een patiënt. ‘Die vervangt mijn hand en is veel preciezer.’ Om bijvoorbeeld patiënten met artrose aan de rug te behandelen, gebruikt Martens sinds een tweetal maanden een innovatieve robotarm, die nog maar pas op de markt is in Europa.
Die arm positioneert zich, op basis van een CT-scan, als een GPS tot op de millimeter nauwkeurig op de locatie op de rug waar de schroeven moeten aangebracht worden. Omdat zulke ingrepen zeer delicaat zijn, is het cruciaal om ze zo voorspelbaar en precies mogelijk te maken.
‘De plaatsing van de schroeven doe ik wel nog altijd zelf,’ zegt Martens. ‘Het grote voordeel van deze beeldgeleide chirurgie is dat de snede en het risico op neurologische schade veel kleiner is.’
Het Aalsterse OLV-ziekenhuis is anno 2022 al lang niet meer het enige in Vlaanderen waar ze de kaart trekken van de robotchirurgie. Maar tegelijkertijd blijven zo’n investeringen zwaar, zeker voor kleinere ziekenhuizen, omdat de technologie nog altijd duur is. De prijzen belopen makkelijk 1,5 à 2 miljoen euro of meer, afhankelijk van het type toestel.
Al zijn er wel almaar meer fabrikanten. Naast de Amerikaanse pionier en nog altijd dominante marktleider Intuitive heb je ook al spelers als het Amerikaanse Medtronic, het Amerikaanse farmabedrijf Johnson & Johnson (dat een paar jaar geleden de robotspecialist Auris Health overnam) of het Britse CMR Surgical.
‘De concurrentie zorgt voor belangrijke prijsdalingen, voor zowel de initiële investering als het verbruiksmateriaal en het onderhoud’, zegt Peter Verhulst, de CEO van het OLV-ziekenhuis in Aalst. ‘Onze pioniersrol leidde er ook al toe dat de ondernemingen die toestellen voor robotchirurgie ontwikkelen een aantal van onze specialisten uitnodigen voor co-creatie.’
Echt autonoom opereren
Uroloog Alex Mottrie is er wel geen voorstander van om zulke technologie overal te gebruiken. ‘Het is veel beter om enkele centra te hebben met meerdere robots en dat te centraliseren voor bepaalde ingrepen, zodat je als ziekenhuis hoge volumes kan behalen om de vereiste expertise op te bouwen en te onderhouden.’
‘Op microschaal is robotchirurgie voor een ziekenhuis nog steeds duur’, erkent Mottrie. ‘Maar het legt je geen windeieren. Toen ik begon in Aalst, deden we 30 à 35 prostaatkankeroperaties per jaar. Nu doen we er de meeste van België, meer dan 400. Op macroschaal zijn de voordelen groot, voor de gezondheidzorg. Omdat de kans op complicaties kleiner is en er bespaard kan worden dankzij de kortere ligduur in het ziekenhuis.’
Mottrie oordeelt dat we na ettelijke decennia zelfs nog altijd maar aan het begin staan van de ontsluiting van robotchirurgie. ‘Die toestellen zullen mettertijd nog kleiner en goedkoper worden, in nog meer domeinen gebruikt worden, zoals bijvoorbeeld ook hart- en longchirurgie, en geleidelijk aan ook écht autonoom kunnen opereren.’