Oorzaak
Het kraakbeen bekleedt de gewrichtsoppervlakken van beenderen in een gewricht. De functie van kraakbeen is voornamelijk beweging zonder wrijving mogelijk maken.
Artrose is slijtage ("degeneratie") van deze gladde bekledingslaag of kraakbeenlaag.
Slijtage kan optreden door verschillende oorzaken:
- primaire artrose.
- vroegere breuken of ligamentaire letsels.
- reumatoïde aandoeningen.
- ...
Het kniegewricht heeft drie gewrichtscompartimenten:
- het binnenste of mediale compartiment.
- het buitenste of laterale compartiment.
- het knieschijfapparaat of patellofemorale compartiment.
Artrose kan optreden in één of verschillende van deze compartimenten.
Door verlies van kraakbeen ontstaat er abnormale wrijving doordat bot ruw is. Twee botoppervlaktes schuren tegen elkaar eerder dan glijden. Hierbij kan een gewrichtsontsteking ontstaan met vocht zwelling en pijn in de knie. Losse fragmenten ("gewrichtsmuizen") en papegaaibekken ("osteofyten") kunnen ontstaan.
Symptomen
Pijn, zwelling en stijfheid vormen de belangrijkste symptomen van artrose. De pijn neemt toe met de belasting of is soms 's nachts het meest uitgesproken. De wandelafstand geraakt progressief beperkt. Stijfheid is vaak het meest uitgesproken 's morgens of bij het begin van beweging na langere rust ("startstijfheid").
Diagnose en onderzoeken
De diagnose wordt bevestigd door een radiografie die vernauwing toont van gewrichtsspleet door verlies van kraakbeendikte en eventueel papagaaibekken, botcysten of botreactie ("sclerose").
Behandeling
Niet operatief
Pijnstillers, relatieve rust, ijs, hoogstand, met een kruk lopen, eventueel en inspuiting met cortisone, zijn allemaal kleine middelen om de klachten te verbeteren. De oorzaak, namelijk het kraakbeen dat versleten is, wordt niet aangepakt. Daarom werken deze middelen slechts tijdelijk. Wanneer de kraakbeenaantasting nog beperkt is, kan een therapie dmv glucosaminepreparaten of hyaluronzuurinfiltraties overwogen worden. Dit zal voornamelijk de stijfheid verminderen, en ook de pijn wat verzachten.
Operatief
Bij een volledige artrose van de knie wordt best een totale knieprothese geplaatst. Wanneer dit geisoleerd is tot 1 compartiment, kan eventueel ook een halve prothese geplaatst worden. Het verdeel hiervan is een snellere recuperatie en betere functie na de operatie. Het nadeel is dat deze op termijn vaak vervangen moeten worden, omwille van toenemende slijtage van de andere compartimenten.
Totale knieprothesen zijn de laatste jaren fel verbeterd. Zowel de design, de gebruikte materialen alsook de medische kennis omtrent knieprothesen en de ervaring van de chirurgen kenden een grote evolutie. Dit alles maakt de knieprothese vandaag de dag tot een betrouwbare behandeling voor artrose met reproduceerbare resultaten.
Moderne knieprothesen vervangen de normale kraakbenige bekleding van de knie in metaal en polyethyleen. De andere structuren zoals kapsel, gewrichtsbanden, pezen en spieren blijven bewaard. Hun design is aangepast aan de natuurlijke vorm van het gewricht, de knie is stabiel en er is een flexie van meer dan 110 graden mogelijk. De gemiddelde levensduur van een dergelijke prothese is bijna identiek aan die van een totale heupprothese : 10 tot 15 jaar. Waarschijnlijk is de levensduur van de huidige prothese langer, aangezien de verbetering van het materiaal gedurende de laatste jaren.
Indien een prothese faalt op termijn door slijtage of loslating kan ze gereviseerd worden. Een nieuwe operatie is dan wel noodzakelijk.
Een knieprothese wordt geplaatst indien de kraakbeenbekleding van de knie "versleten" is. dit kan gevolg zijn van artrose, reuma, vroegere breuken of ligamentaire letsels, ... . Natuurlijk moet deze slijtage ook zorgen voor pijn en of functionele beperking vooraleer de indicatie voor een prothese kan gesteld worden. De prothese bestaat uit vier componenten : een component voor het onderbeen, een component voor het bovenbeen, een poly ethyleen insert tussen deze twee en een component voor de knieschijf. Deze onderdelen worden aan het bot gefixeerd met botcement (polymethylmetracrylaat).
Deze beenderige chirurgie is pijnlijk. Daarom wordt voor de ingreep een epidurale catheter ingebracht in de rug (gekend van de pijnloze bevallingen). Een klein plastic buisje blijft gedurende enkele dagen in de rug aanwezig zodat daardoor de benen gedurende die periode verdoofd kunnen blijven. De interventie gebeurt onder bloedleegte (garrot) en beperkt de bloeding in de postoperatieve periode. Transfusie is nodig in minder dan 1/4 van de patiënten.
Een hospitalisatie van 5 tot 8 dagen wordt meestal voorzien. Na die tijd kunnen de meeste patiënten terug naar huis. In zeldzame gevallen, als er thuis geen opvang mogelijk is wordt de patiënt nog doorverwezen naar een dienst revalidatie.
Nazorg
Na ontslag zal de patiënt nog een hele tijd oefeningen moeten volhouden. Deze oefeningen zijn éénvoudig maar moeten consequent uitgevoerd worden :
- Pendeloefeningen.
- Geassisteerde pendeloefeningen.
- Strekoefeningen.
- Fietsen.
De belangrijkste doelstelling van een knieprothese is het doen verdwijnen van de artrosepijn en daarin zijn de protheses goed. Een succesratio van 95 tot 98 % wordt bereikt.
Normale activiteiten mogen met een dergelijke prothese onbeperkt uitgevoerd worden.
Voor sporten zijn protheses oorspronkelijk niet ontwikkeld al kunnen een heel aantal sporten eventueel ook met een dergelijke prothese worden uitgevoerd. Bespreek dit echter steeds met Uw orthopedist gezien een aantal sporten, alhoewel mogelijk niet altijd verstandig zijn.