Oorzaak
Er is een buitenmeniscus ("laterale meniscus) en binnenmeniscus ("mediale meniscus"). De binnenmeniscus is halve maanvormig en de buitenmeniscus half cirkelvormig. Ze bestaan uit bindweefselig kraakbeen.
De functie van de meniscus is:
- een schokabsorberende werking
- het verbeteren van de gewrichtscongruentie: beter passen van het rond bovenbeen op het vlakker onderbeen
- stabiliserende werking: vooral bij een kruisbandletsel heeft de meniscus een stabiliserende werking in voor-achterwaartse zin
- lubrifierende werking: betere verspreiding van het gewrichtsvocht
We onderscheiden:
- een traumatische (acute) scheur: bij jongere patiënten door een geforceerde draaibeweging(=torsietrauma) bv: voetbal, rechtkomen en tegelijk draaien uit hurkzit
- een degeneratieve (chronische) scheur: bij oudere patiënten spontaan of na een minder of meer uitgesproken ongeval of verkeerde beweging. De onderliggende oorzaak is in feite slijtage van de meniscus("degeneratie") waardoor de meniscus van mindere kwaliteit is en kwetsbaarder.
We onderscheiden een stabiele scheur waarbij het gescheurde deel weinig beweeglijk is en instabiele scheuren met lossere beweeglijke fragmenten die in het gewricht blokkeren.
Een speciaal type traumatische en instabiel scheur is de "hengselscheur". Hierbij is de meniscus gescheurd over zijn gehele rand aan het kapsel en nog enkel vast nabij zijn aanhechting op het bot vooraan en achteraan. De meniscus is dan omklapbaar zoals het handvat van een emmer(vandaar "bucket handle scheur") en blokkeert het gewricht: de patiënt kan de knie niet volledig strekken. Men spreekt dan van een geluxeerde hengselscheur. Indien niet omgeklapt spreekt men van een gereduceerde hengselscheur.
Symptomen
Er is pijn aan de binnen- of buitenzijde van de knie ter hoogte van de gewrichtsspleet. Soms is de pijn vooral aanwezig in de kniekuil.
De pijn is belastinggebonden en dikwijls meer bij hurken, overstrekken of draaibewegingen. Soms is er nachtelijke pijn vooral bij scheuren van de binnenmeniscus wanneer men met de knieën op mekaar ligt.
Bij instabiele scheuren kunnen er mechanische gewrichtsbloccages zijn: de knie niet kunnen strekken. Dit moet onderscheiden worden van antalgische gewrichtsbloccages door spierspanning als gevolg van de pijn.
Er kan zwelling en vochtuitstorting van het gewricht aanwezig zijn. Bij een traumatische scheur van de rand van de buitenmeniscus kan een bloeduitstorting in het gewricht aanwezig zijn.
In de kniekuil kan bij langduriger bestaande scheuren een Bakercyste ontstaan. Indien deze omvangrijk wordt kunnen de afvoerende vaten gecomprimeerd worden en kan er zwelling van het onderbeen of een trombose ontstaan. Deze cyste veroorzaakt soms een ongemak in de kniekuil. Cysten kunnen ook aan de rand van de meniscus ontstaan en voelbaar zijn aan binnen-of buitenzijde ter hoogte van de gewrichtsspleet.
Diagnose en onderzoeken
De diagnose wordt gesteld door het klinisch verhaal en onderzoek. Een meniscusscheur is zoals gewrichtsbandletsels van de knie NIET zichtbaar op radiografie. Dit wil niet zeggen dat een radiografie niet noodzakelijk of nutteloos is. De diagnose kan bevestigd worden aan de hand van een NMR of artro CT- scan die ook andere letsels van kraakbeen of gewrichtsbanden kan aantonen of uitsluiten en eventuele cysten.
Bij een mechanische gewrichtsbloccage door een geluxeerde hengselscheur wordt semi-dringend een kijkoperatie verricht om het gewricht te deblokkeren en is het resultaat van een NMR afwachten niet zinvol.
Behandeling
Niet operatief
Indien de klachten te ernstig en invaliderend zijn dat de dagelijkse activiteiten worden verstoord, dn kan men opteren voor een kijkoperatie. De niet-operatieve behandeling zal de meniscusscheur niet kunnen helen.
Operatief
Arthroscopische meniscectomie. (Artroscopie betekent : "in het gewricht kijken")
Via een steek opening wordt een kleine lens in de knie ingebracht. Deze lens staat in verbinding met een camera die op zijn beurt verbonden is met een beeldscherm. Hierop kan Uw chirurg zijn handelingen volgen. Het kniegewricht wordt gevuld met een zoutoplossing om ruimte te krijgen zodat in de knie kan gewerkt worden en om een continue spoeling van het gewricht te verkrijgen.
Meestal worden een twee tot drietal steekopenigen voorzien : één voor de lens, één voor de spoeling en één als ingangspoort voor de instrumenten.
De meeste knie-artroscopies worden gedaan om meniscusletsels te behandelen.
Bij deze meniscusoperaties wordt het gescheurde stuk van de meniscus verwijderd. Het niet beschadigde stuk van de meniscus blijft bewaard. Op die manier wordt zoveel mogelijk meniscusfunctie bewaard. Bij jonge patiënten kan bij bepaalde types scheuren getracht worden de meniscus te hechten. Deze wordt dan bewaard, zodat de schokdempende functie dan ook bewaard blijft. Dit brengt wel een langere revalidatie met zich mee, omdat de meniscus de tijd nodig heeft om terug in te groeien.
Het grote voordeel van artroscopies is dat de knie niet volledig moet geopend worden en dat daardoor het chirurgisch trauma veel beperkter is dan bij de vroegere ingrepen.
Dit heeft tot gevolg dat na de meeste artroscopies de knie direct volledig mag bewogen en belast worden.
Dit videofragment toont hoe een gescheurde meniscus van een jonge actieve patiënt gehecht wordt.
Nabehandeling
Een ontstekingsremmer of een eenvoudige pijnstiller (bv dafalgan) wordt U na de ingreep voorgeschreven.
U mag de knie vrij bewegen tenzij U van de orthopeed andere instructies krijgt. Hurken en bruuske draaibewegingen worden na meniscusoperaties wel best gemeden gedurende één maand.
U mag ook stappen, maar gun de knie toch de eerste dagen voldoende rust. Doe het rustig aan.
Te sterke inspanningen kunnen immers leiden tot vocht in de knie wat de verdere evolutie zal afremmen.
Complicaties
Bij elke operatie kunnen complicaties optreden. Gelukkig zijn complicaties zeldzaam bij een artroscopie.
Volgende complicaties kunnen optreden :
- De insteekgaatjes bloeden na of draineren vocht. In dit geval kan de huisarts een wondcontrole doen en eventueel nieuwe steristrips aanbrengen. In dit geval is het ook best de knie niet te veel te plooien tot de insteekgatjes droog zijn.
- Een bloeding in de knie kan in zeldzame gevallen optreden. Dit geeft aaanleiding tot een gezwollen, stramme en pijnlijke knie. Een aspiratie van de knie (onder steriele voorwaarden) kan verlichting brengen. Richt U hiervoor tot Uw huisarts of orthopedisch chirurg.
- De kans op een trombose (klonter in de bloedvaten) is zeer klein. Preventieve bloedverdunners worden dan ook enkel gegeven als er duidelijke risicofactoren bestaan. Treedt er toch een pijnlijke belangrijke zwelling van het onderbeen richt U dan tot Uw huisarts of orthopedisch chirurg om een trombose uit te sluiten.
- Mogelijke complicaties zoals infectie, wondprobleem, zenuwletsels, ... komen slechts zelden voor (<1%).
Werkhervatting
Normaal gezien, afhankelijk van wat er juist bij de artroscopie gedaan dient te worden en afhankelijk van het soort werk, varieert de werkonbekwaamheid tussen de 2 en de 4 weken.
Bespreek dit met uw orthopedisch chirurg.