Het OLV Ziekenhuis in Aalst is het vijde grootste centrum in Vlaanderen voor de diagnose en behandeling van longkanker. Naast chemo-immunotherapie, radiotherapie is ook de heelkundige behandeling een essentieel onderdeel. Het OLV ziekenhuis doet niet alleen erg veel thoraxheelkundige ingrepen, het is ook een verwijscentrum voor andere ziekenhuizen. De aanpak voor elke individuele patiënt wordt overlegd in een Multidisciplinair Oncologisch Consult of MOC (foto).
De periode waarop het verslag van Zorkwaliteit betrekking heeft, is helaas niet zo heel recent. Inmiddels is de situatie verder in positieve zin ontwikkeld.
Verder dient vermeld dat in het OLV ziekenhuis voor deze pathologie zeer complexe ingrepen worden gedaan, al dan niet in combinatie met andere behandelingen. Dat maakt dat de uitdaging soms groot is. Omdat de weergegeven data slechts een fractie van de ingrepen voorstellen, kunnen één of twee extra betreurde overlijdens over het tijdsvenster van 5 jaar de cijfers flink beïnvloeden.
Hoe dan ook vallen de cijfers binnen de te verwachten spreidingen die we zien in Vlaanderen.
Het OLV Ziekenhuis in Aalst is voortrekker in het bijhouden van cijfers om processen en uitkomsten bij te sturen waar nodig. Verbetering en vernieuwing zijn twee concepten waar we hard op inzetten om de beste zorg voor de patient met longkanker te blijven garanderen.
Dr. Luc Verbeke, radiotherapeut OLV Aalst : “Het rapport van het VIKZ en de Stichting Kankerregister is de eerste oefening die in Vlaanderen werd gedaan om de longkankerzorg in beeld te brengen. Retrospectieve data moeten natuurlijk steeds met omzichtigheid worden geïnterpreteerd, maar ze kunnen toch nuttig zijn doordat elk ziekenhuis zicht krijgt op bepaalde aspecten van de geleverde zorg. Men kan er ook mee aan de slag om verbetertrajecten te implementeren. Radiotherapie is voor veel longkankerpatiënten een belangrijk onderdeel van de multidisciplinair onderbouwde behandelstrategie. Een goede samenwerking met chirurgen en oncologen is van cruciaal belang om de patiënt zo goed mogelijk te helpen. Er worden bijna continu nieuwe bestralingstechnieken ontwikkeld die vooral de bedoeling hebben de nevenwerkingen en de impact op de levenskwaliteit van patiënt verder te verminderen. De effecten op de kwaliteit van de geleverde zorg zullen we moeten blijven opvolgen, dit niet alleen met klinische indicatoren, maar ook meer en meer met patiënt-gerelateerde uitkomstmaten.”