We spreken van dementie op jonge leeftijd of jongdementie, als de diagnose van dementie voor het 65ste levensjaar wordt gesteld (Alzheimer liga Vlaanderen, Vlaanderen is zorg, Politeia, Expertisecentrum dementie Vlaanderen, 2023) .
“Ondersteun ons in wat we nog kunnen en neem niet alles uit handen. Duw ons niet in een hoekje, maar laat ons volwaardig mens zijn.” (Paul Goossens – heeft jongedementie, lid van de Vlaamse werkgroep van mensen met dementie)
In de praktijk merkt men dat het vaststellen van jongdementie vaak pas in een later stadium gebeurt aangezien de symptomen hierbij niet gelinkt worden aan de klachten bij iemand van zo een jonge leeftijd. Hierdoor hebben zij al een heel traject doorlopen zonder echt te weten waar deze symptomen/klachten vandaan komen. Gemiddeld stellen we een periode vast van 4,5 jaar alvorens de diagnose van jongdementie wordt gesteld (Alzheimer liga Vlaanderen) . Het hebben van concentratiestoornissen, vergeetachtigheid of subtiele gedragsveranderingen worden vaak gewijd aan drukke werkzaamheden of problemen binnen het gezin (Alzheimer liga Vlaanderen, Vlaanderen is zorg, Politeia, Expertisecentrum dementie Vlaanderen, 2023) . Desondanks zal met de tijd wel duidelijk worden dat er iets aan de hand is door het steeds toenemen en verergeren van symptomen.
Bij mensen met jongdementie zullen de klachten zich vaak het eerst openbaren op het werk. Zo zal hij/zij afspraken vergeten, het vervaardigen van het werk vermindert, er ontstaan conflicten, enzovoort. Deze problemen kunnen uiteindelijk dan lijden tot ontslag waardoor dit ook financiële problemen met zich mee zal brengen. Hierdoor categoriseren we mensen met jongdementie dan ook binnen een groter verliesproces dan ouderen met dementie. Dit verliesproces is veel ingrijpender en veelomvattend vanwege hun actievere rol in de samenleving. Het moeilijk aanvaarden van het niet meer kunnen uitvoeren van alledaagse dingen (zoals beheren van geld, autorijden, …) zorgen voor veel onzekerheid. Hierdoor zijn zij vaak overweldigd en zitten ze in de ontkenning van de ziekte alsook weigeren ze de aangeboden hulp.
Indien de patiënt niet meer thuis kan wonen door de te grote belasting van de partners/mantelzorgers wordt er vaak geopteerd voor gespecialiseerde woonzorgcentra. Hierbij is het belangrijk dat deze personen niet bij tachtigplussers worden geplaatst. Zij hebben nog meer nood aan die zelfstandigheid desondanks de hulp die zij nodig hebben bij bepaalde zaken.