Nachtelijke tintelingen in de wijsvinger en middenvinger, soms ook in de duim worden doorgaans veroorzaakt door het klassieke Carpaal tunnel syndroom waarbij de medianuszenuw wordt ingeklemd in de handpalm.
Minder voorkomend is de inklemming van de ulnariszenuw aan de binnenzijde van de elleboog. De ulnariszenuw loopt er zeer oppervlakkig in een beenderige goot. In de volksmond wordt dit dikwijls het “elektrische beentje” genoemd waarbij men een kleine elektrische schok ervaart bij het stoten van de elleboog.
Bij deze inklemming treden de tintelingen voornamelijk op in de ringvinger en de pink. Als deze inklemming langer aanhoudt, wordt de bezenuwing van de kleine handspieren ook aangetast.
De diagnose wordt gesteld door het typische verhaal. Bijkomend wordt een “elektromyografie (EMG)” of zenuwgeleidingsonderzoek uitgevoerd.
Behandeling
Indien er enkel tintelingen zijn volstaat het dikwijls de druk te vermijden door het dragen van een brace.
Bij blijvende storing van het levenscomfort of bij aantasting van de kleine handspieren (zie foto), wordt er gekozen voor een operatie waarbij de zenuw, nadat ze aan de binnenzijde van de elleboog is vrijgelegd, verplaatst wordt onder de spieren van de onderarm om alzo verdere druk op de zenuw te vermijden.
Na een dergelijke ingreep wordt de elleboog gedurende een tweetal weken ondersteund in een draagverband en kunnen de vingers pols en elleboog gebruikt worden binnen de pijngrens. Na het verwijderen van de hechtingen door de huisarts mag de arm vrijwel normaal gebruikt worden.
Doorgaans zijn de nachtelijke tintelingen na een dergelijke ingreep onmiddellijk verdwenen. Het verdwijnen van de tintelingen overdag en het terugwinnen van de functie in de kleine handspieren neemt verschillende maanden in beslag zonder dat men hierdoor langdurig arbeidsongeschikt is.
De arbeidsongeschiktheid voor een dergelijke ingreep schommelt tussen de 6 à 8 weken.