Mogelijke bijwerkingen

Table of contents

Vermoeidheid

Het is heel normaal dat u zich tijdens de bestraling moe voelt. Tijdens de radiotherapie heeft het lichaam veel energie nodig om te herstellen van de effecten van de therapie. Stress gerelateerd aan uw ziekte, de dagelijkse verplaatsing naar het ziekenhuis, en de effecten van de bestraling op de gezonde cellen kunnen allemaal bijdragen tot het ontstaan van vermoeidheid.

Sommige mensen krijgen last van vermoeidheid vanaf de derde week van de therapie. De gevoelens van zwakte en vermoeidheid zullen geleidelijk aan wegebben 2 tot 4 weken na het beëindigen van de therapie. Uiteraard kan deze vermoeidheid langer blijven aanslepen bij gecombineerde behandelingen (bvb.chemotherapie).

Aanbevelingen

  • Zet zoveel mogelijk uw gezonde bezigheden verder, maar pas ze aan volgens uw energie. Organiseer goed en vermijd extra inspanningen. Gebruik uw energie alleen voor het werk dat echt noodzakelijk en/of belangrijk is.
  • Las tijdens de dag rustperiodes in. Rust op de momenten waarop u zich meestal erg moe voelt. Vermijd uitputting en zoek uw eigen ritme.
  • Vraag eventueel hulp aan familie, vrienden, instanties.
  • Neem een gevarieerde voeding.
  • Drink voldoende: 1,5 tot 2 liter per dag.
  • Onderhoud uw sociale contacten.

Huidreacties

Het is heel normaal dat uw huid reageert op bestraling. De mate waarin dit gebeurt, hangt af van een aantal factoren: het soort stralen en de toegediende dosis. Ook individuele gevoeligheid en lokale verzorging zijn zeer belangrijke factoren.

Uw huid kan in principe alleen reageren op de bestralingsplaats. De huidreactie zal dus altijd plaatselijk zijn. Op de borst kan uw huid dus rood gaan zien. Ze kan erg droog zijn en soms lichtjes opgezwollen. Achteraf schilfert ze af. De huid op de borst jeukt en is erg gevoelig. Uitzonderlijk komt het voor dat er zich blaasjes vormen.  Wanneer dergelijke vochtige huidreactie optreedt, moeten er extra maatregelen getroffen worden om surinfectie (bijkomende wondbesmetting) te voorkomen.               

Als er huidreactie optreedt is dit meestal rond de derde, vierde week van de bestraling. De huid gaat zich weer herstellen 1 à 2 weken na de laatste behandeling.

Algemene aanbevelingen

  • De aanbevelingen die volgen gelden alleen voor de plaatsen waar u bestraald wordt. Het is niet nodig dat u de huid buiten de bestraalde zone op een speciale manier verzorgt.
  • Bescherm uw huid tegen bijkomende irritatie, verwondingen en ontstekingen zolang de bestraling duurt en tot uw huid volledig genezen is.  
  • Meld elke huidverandering  aan de verpleegkundigen of aan uw arts, zo kunnen zij de nodige maatregelen nemen. Onderneem niets op eigen initiatief !
  • Hou er rekening mee dat in functie van de toegediende bestralingsdosis verschillende types huidreacties kunnen optreden en om deze redenen adviezen voor huidverzorging kunnen wijzigen tijdens de behandeling zelf.  Een continue opvolging is om deze reden noodzakelijk

Preventieve maatregelen

Vermijden van druk en wrijving ter hoogte van de bestraalde zone:

  • Vermijd kleding die over de bestraalde huid schuurt: loszittende kledij wordt aanbevolen.
  • Draag, indien mogelijk, 100% katoenen kleding, zeker als deze rechtstreeks in contact komt met de bestraalde huid.
  • Zorg ervoor dat uw kleding zacht aanvoelt.
  • Gebruik geen stijfsel of harde wasproducten, want deze kunnen de huid irriteren.
  • Draag geen strak zittende beha. Als u  een beha draagt, kunt u uw huid best met een zacht doekje beschermen, of een katoenen hemdje onder de beha dragen.
  • Indien nodig, gebruik hypo- allergische kleefpleisters en bevestig deze niet op de bestraalde huid .
  • Bescherm de bestraalde huid tegen rechtstreekse zon, koude , wind en regen.  Zonneproducten houden de zon niet volledig tegen en bovendien kunnen zij irritatie veroorzaken. Bedek liever de bestraalde huid .

Hygiëne van de huid

Behandel de bestraalde borst voorzichtig. U mag de huid dagelijks wassen met water en Lactacyd blauw. Verkies een douche boven een bad. Gebruik bij voorkeur water op lichaamstemperatuur. Maak bij het wassen gebruik van uw handen in plaats van een washandje. Spoel de zeep grondig weg. Maak de huid goed droog na het wassen. Gebruik hiervoor een zachte handdoek en dep de huid droog.
Wanneer u een deodorant  gebruikt, geeft u best voorkeur aan een stick (geen spray).
Wassen vervaagt de markeringslijnen. Ze zullen dagelijks gecontroleerd en eventueel bijgetekend worden. Wees vooral tijdens het weekend voorzichtig bij het wassen. Breng in elk geval nooit zelf de tekeningen aan, ook als ze minder duidelijk geworden zijn. 

Hydrateren van de huid

Bestraling droogt de huid fel uit. Om deze reden probeert u best uitdrogende zepen te vermijden. Lactacyd blauw vloeibare zeep is een goed alternatief.
Gebruik verder alleen producten die aanbevolen worden door de verpleegkundigen of artsen. Vermijd poeders (talk) en geparfumeerde zalven of crèmes (Nivea, uiercrème, ...): deze bevatten producten die de huid tijdens de bestraling kunnen irriteren.
Het gebruik van andere geparfumeerde huidverzorgingsproducten wordt afgeraden.

Erytheem en droge desquamatie (droge, schilferige huid)

  • Breng de verpleegkundigen op de hoogte van deze huidveranderingen. Zij zullen de dokter inlichten, zodat u indien nodig de verzorging van de huid kan aanpassen.
  • Probeer nooit op eigen initiatief producten uit.
  • Bij een droge, licht schilderende huid zonder roodheid wordt frequent gebruik gemaakt van Radiocare: een hydraterende crème 2x dag aan te brengen. Liefst niet vlak voor de bestraling!!!
  • Bij roodheid (erytheem) van de huid die gepaard gaat met jeuk, raden we een crème aan op basis van cortisone. In een dunne laag aan te brengen zonder afdekkend verband.
  • Uw arts zal u het nodige voorschrijven.

Vochtige desquamatie (vochtige huiduitslag)

  • Blijf douchen met lauw water.
  • Stop het gebruik van hydraterende producten, poeders en crèmes.
  • Raadpleeg uw verpleegkundige of uw arts.
  • Meestal wordt gebruik gemaakt van Flammigel zalf, in een dikke laag aan te brengen onder een afdekkend verband.
  • In een aantal gevallen worden gespecialiseerde verbanden gebruikt (Mepitel, Mepilex, ... )
  • Uw verpleegkundige vertelt u er meer over.
  • Breng geen kleefpleisters aan in de bestraalde zone. De meeste verbanden kleven spontaan en moeten niet extra bevestigd worden.
  • Indien toch extra bevestiging nodig is, gebruikt men best een netverband, een licht drukverband of een windel.
  • Wees vooral alert voor infectie van de vochtige huid. Wanneer etter op de wonde verschijnt, raadpleegt u best uw arts.

Geïnfecteerde wonde

  • Een bestraalde huid is heel gevoelig voor bijkomende infecties. Vooral in de huidplooien zien we nogal eens problemen ontstaan. Zeker bij patiënten die in normale omstandigheden ook al last hebben van irritatie t.h.v. de huidplooien.
  • Bij tekenen van infectie (ettervorming) moet een wondkweek (met een wattestaafje of wisser) worden afgenomen. In het labo wordt nagekeken of en welke bacteriën verantwoordelijk zijn voor de infectie.
  • De arts zal dan de verdere huidverzorging met u overleggen.
  • Meestal wordt de wonde grondig gereinigd met  fysiologisch water. Nadien wordt de wonde ontsmet en afgedekt met een steriel verband.
  • Zo nodig (zie wondkweekje) starten we antibiotica op onder vorm van een antibiotische zalf of onder vorm van pilletjes.
  • Heel frequent wordt er thuisverpleging geregeld. Het is belangrijk dat de wondzorg optimaal wordt uitgevoerd om blijvende littekens te vermijden.

Huidverzorging nà de bestraling

  • Blijf de bestraalde huid beschermen, ook na de behandeling, zelfs als uw huid genezen lijkt.
  • De eerste dagen na de bestraling mag u de huid extra hydrateren met een hydraterende lotion.
  • Vermijd langdurig baden tot de huid is hersteld.
  • Indien de huid nog een reactie vertoont wordt best dezelfde verzorging voortgezet als tijdens de behandeling. De arts zal u hierover de nodige uitleg verstrekken.
  • Vermijd verder verwondingen, wrijvingen of druk.
  • Vermijd tot volledige genezing alle producten die irritatie kunnen veroorzaken (zoals parfums, …)
  • Gedurende de eerste 6 maanden na de bestraling is direct zonlicht op de bestraalde zone niet aangewezen. Bedek de huid of gebruik een zonneproduct met heel hoge factor (bv. factor 30)
  • Gebruik van  zonnebank de eerste 6 maanden na de bestraling is tegenaangewezen.
  • Blijf uw bestraalde huid altijd beschermen tegen  zon!!!!!

Vochtopstapeling

Tijdens de bestraling kan de borst wat opzetten ten gevolge van vochtopstapeling in de bestraalde huid en onderhuidse weefsels. Dit noemen we oedeem. Het is normaal dat deze zwelling verergert in de loop van de behandeling. Het oedeem in de borst is meestal van tijdelijke aard. Doch in zeldzame gevallen kan deze blijven bestaan . Na een okselklieruitruiming kan het oedeem nog meer uitgesproken zijn en ook optreden t.h.v. de arm. Hiervoor verwijzen we naar het hoofdstuk over lymfoedeem.

Aanbevelingen als uw borst gezwollen is:

  • Neem een ruime beha, als u er een draagt.
  • Als u een vulling of borstprothese draagt, zorg dan dat ze zacht is en niet schuurt. Een bestraalde huid irriteert gemakkelijk. Een T-shirt onder de prothese kan uw huid extra beschermen tegen wrijving.

Problemen om te slikken

Wanneer de klierstreek achter het borstbeen of ter hoogte van de hals moet bestraald worden, kan het slikken wat pijnlijk zijn. Dat komt doordat een deel de slokdarm mee bestraald wordt. Deze last begint meestal rond de 3de week van de bestraling. De pijn vermindert al enkele dagen na de behandeling. Na 2 tot 4 weken is de pijn volledig verdwenen. Indien nodig kan de arts u een pijnstillende gel voorschrijven.

Suggesties als u last hebt om te slikken:

  • Eet vaak kleine maaltijden (om de 2 uur) i.p.v. 3 grote maaltijden;
  • Gebruik veel melkproducten, zoals: pap, pudding, yoghurt, karnemelk, ...;
  • Ga na op welke temperatuur u de maaltijden het best verdraagt. Hete dranken of gerechten worden vaak minder goed verdragen dan gerechten op kamertemperatuur. Koude gerechten zoals ijs zijn heel aangenaam;
  • Een scheutje room door het vruchtensap roeren werkt verzachtend;
  • Spoel regelmatig (8 keer per dag) uw mond met water of kamillethee. Het is erg belangrijk dat uw slijmvliezen altijd vochtig blijven. Vermijd het gebruik van mondwater om uw mond te spoelen, want daardoor droogt de mond nog meer uit;

Voeding die u beter kunt vermijden:

  • Hard en droog eten zoals noten, beschuiten, chips, onrijp fruit en rauwe groenten;
  • Scherpe kruiden zoals peper, curry, mosterd en paprika;
  • Fruit (sinaasappel, kiwi, pompelmoes) en vruchtensappen (sinaasappelsap, pompelmoessap) kunnen teveel prikkelen;
  • Koolzuurhoudende dranken (spuitwater) en alcohol.

Laattijdige bijwerkingen na bestraling

Buiten de bijwerkingen die tijdens en kort na de bestraling optreden, hebben stralen ook late effecten die pas maanden tot jaren later duidelijk worden. De chronische, of lange termijn bijwerkingen, die zich ontwikkelen na het beeïndigen van de therapie verdwijnen meestal niet meer.

Laattijdige huidreacties

Het uitzicht, aanvoelen en de omvang van de borst kan voor lange tijd veranderen (deze veranderingen kunnen een jaar of langer aanhouden).
Roodheid van de huid zal verdwijnen, maar het is mogelijk dat de behandelde borst een donkerder tint blijft hebben dan voordien. De poriën kunnen vergroten en meer opvallen, de gevoeligheid van de borst kan bij sommige patiënten vergroten, bij andere dan weer verminderen. De borst kan dikker en steviger aanvoelen dan voorheen. In sommige gevallen wordt de borst groter door vochtopstapeling (oedeem).

Fibrose (littekenvorming) van de borst

  • Bij sommige vrouwen worden in de borst na verloop van verschillende jaren kleine bloedvaatjes zichtbaar, die het beeld geven van rode huiduitslag. Dit noemen we teleangiectasiën. Dit verschijnsel is onomkeerbaar.
  • Na afloop van de behandeling kan radiofibrose (littekenvorming) optreden. Hierdoor wordt de borst vaster en harder. De borst kan ook wat kleiner worden. Daardoor wordt het verschil met de niet geopereerde borst wat groter met de jaren. Sommige vrouwen plaatsen dan ook een kleine silicone protese in de BH om dat verschil op te vangen. Ook deze protheses worden gedeeltelijk terugbetaald.
  • Het risico op lymfoedeem wordt ook groter als de oksel na een volledige uitruiming dient bestraald te worden. Ook dit verschijnsel kan laattijdig optreden. Blijf dus waakzaam en mijd zware inspanningen langs de geopereerde en bestraalde zijde.

Hartafwijkingen

Bij bestraling van de linkerborst en klierstreken kan een dunne schil van het hart mee bestraald worden. Dit kan aanleiding geven tot wat ontsteking van het hartzakje of de hartfunctie verminderen. Deze bijwerking is zeer zeldzaam en het risico op deze complicatie is met de nieuwe bestralingstechnieken fel verminderd.

Longafwijkingen

Tijdens de bestraling kan ook een klein volume longweefsel bestraald worden. De last die men hiervan kan ondervinden is minimaal. Sommigen klagen van een heel discrete prikkelhoest in de weken na de bestraling. In principe zijn deze klachten reversibel en verdwijnen ze volledig in de maanden na de bestraling. Soms blijft men op een klassieke longfoto wat litteken weefsel zien, doch dit verschijnsel is zeldzaam.