Blaastumoren
Blaastumoren komen typisch voor vanaf de leeftijd van 50 jaar en gaan vaak gepaard met bloed plassen of 'het gevoel van een blaasontsteking'. De diagnose wordt gesteld door een blaasspiegeling (cystoscopie), echografie van de blaas of scanner onderzoek van de buik. Behandelingsopties:
- Transurethrale resectie van blaastumoren (TURB). Bij deze ingreep wordt het gezwel in de blaas weggebrand met een instrument dat langs het plaskanaal wordt ingebracht (de resectoscoop). Er is dus geen buiksnede noodzakelijk. Na de ingreep is er een blaassonde aanwezig gedurende 1-5 dagen.
- Transurethrale resectie van blaastumoren (TURB). De heelkundige behandeling van een invasieve blaastumor veronderstelt het wegnemen van de blaas (en prostaat bij de man). In sommige gevallen dient ook het plaskanaal verwijderd te worden. De nieren worden vervolgens afgeleid naar een darmreservoir. Dit reservoir wordt ofwel aan de huid gehecht (met een stoma, figuur a) ofwel als nieuwe blaas (neo-blaas) op het plaskanaal gehecht (zonder stoma, figuur b).
- Robot-geassisteerde cystectomie/cystprostatectomie. Een nieuwe en veelbelovende minimaal invasieve techniek die reeds geruime tijd in onze dienst wordt uitgevoerd is de 'Da Vinci® Cystectomie / Cystoprostatectomie'. Het betreft een in wezen laparoscopische ingreep (sleutelgatchirurgie). De instrumenten worden echter niet door de chirurg maar door robotarmen aangedreven. Op basis van een een uiterst innovatief systeem van telemanipulatie worden de vingerbewegingen van de chirurg zeer accuraat overgebracht op robot armen: hierdoor wordt elke kleine menselijke onnauwkeurigheid weggefilterd maar het blijft uiteindelijk wel de chirurg die de operatie uitvoert! Verder is het beeld van het operatieveld vergroot en 3 dimensioneel. Deze kenmerken stellen de chirurg in staat om complexe procedures uit te voeren door kleine operatieve insneden.
- Chemotherapie (blaasspoelingen en systemisch)
Blaasinfecties
Typische klachten zijn brandend gevoel bij plassen, regelmatig plassen, gevoel dat men de blaas niet leeg plast. De behandeling bestaat uit het toedienen van antibiotica.
Blaasverzakking
Blaasverzakking bij de vrouw ontstaat door en verzwakking van de ondersteunende ligamenten en spieren in het bekken. Oorzaken zijn o.a. zware bevallingen of hormonale veranderingen (in het kader van de menopauze).
- Colpopromontofixatie (laparoscopisch). Het betreft een laparoscopische ingreep (via kijkgaatjes, zonder buiksnede) waarbij de 3 compartimenten van het vrouwelijk bekken met een prothese bandje opgenaaid worden: verzakkingen van de blaas, baarmoeder en darm komen hiervoor in aanmerking. Dankzij het gebruik van het prothese bandje kunnen goede en blijvende resultaten bereikt worden. De gemiddelde verblijfduur in het ziekenhuis bedraagt 3-5 dagen.
- Colporaphia langs vaginale weg
Incontinentie
Urineverlies bij de vrouw is in grote lijnen onder te verdelen in stressincontinentie (te wijten aan een verzwakking van de weerstand van het plaskanaal) en urgeincontinentie (te wijten aan blaasinstabiliteit). De eerste vorm wordt behandeld door de kinesist of door een heelkundig ingrijpen, de tweede vorm met medicamenten.
Urineverlies bij de man is meestal urgeincontinentie (te wijten aan blaasinstabiliteit). Bij mannen die hun blaas niet meer kunnen ledigen kan ook overloopincontinentie ontstaan. Na een prostaatoperatie kan bij de man tevens stressincontinentie bestaan.
- Medicamenteus
- Kinesitherapie
- Transvaginale tape (TVT, IVS) en transobturatorische tape (Monarc, TOT). Het betreft een minimaal invasieve ingreep waarbij langs vaginale weg een prothesebandje wordt geplaatst rond het plaskanaal. De bedoeling is om de weerstand van het verzwakte plaskanaal te normaliseren waardoor de patiënte opnieuw in staat wordt om urineverlies bij druk (hoesten, springen,…) te voorkomen. Het verblijf in het ziekenhuis bedraagt 2-3 dagen.