Hormoontherapie

Table of contents

Hormoongevoeligheid

Niet alle borsttumoren zijn hormoongevoelig. Om deze reden wordt bij elk borstgezwel een test gedaan naar de hormoongevoeligheid van de kankercel. Hiervoor spoort men eiwitten op die een binding kunnen vormen met oestrogeen of progesteron. Deze bindingsplaatsen of receptoren kunnen gemeten worden en geven ons een idee van de hormoongevoeligheid. Gezien hormonen een hormoongevoelige kankercel sneller doen groeien, wordt bij zulke borstkanker in principe altijd een hormonale nabehandeling voorgesteld.

Naast de hormoongevoeligheid van de tumor zijn er ook andere factoren die bepalen welke behandeling nu het meest geschikt is: de menopauzale status, de leeftijd van patiënt, de ernst van de ziekte, groeisnelheid van de tumor, de aanwezigheid van uitzaaiingen in vitale organen .... Ook de algemene toestand en de medische voorgeschiedenis zijn bepalend voor de keuze van de hormonale behandeling. Uw arts kan u hierover uitgebreid informeren. Zo zal ook nader ingegaan worden op de optimale duur en het optimale tijdstip om de hormonale behandeling op te starten. Dit kan immers sterk variëren naargelang de ernst van de ziekte en de begeleidende behandelingen.

Types hormonale therapie

Blokkeren hormoonproductie door eierstokken
Bij de premenopauzale patiënte wordt de overgrote meerderheid van vrouwelijke hormonen geproduceerd door de eierstokken. Deze aanmaak kan afgeremd worden door de eierstokken te verwijderen of door medicatie toe te dienen die de eierstokken stilleggen. Het gaat hier om inspuitingen die maandelijks moeten toegediend worden.

Anti-oestrogenen
Anti-oestrogenen bv. tamoxifen, blokkeren de ‘receptoren’ van oestrogenen en verhinderen zo dat de lichaamseigen hormonen zich op deze 'landingsplaatsen' gaan binden. Op deze manier kunnen de hormonen de groei van de kankercel niet meer stimuleren. Tamoxifen wordt ingenomen onder de vorm van pilletjes. De duur van behandeling kan variëren.
Anti-oestrogenen kunnen als enige vorm van therapie toegediend worden of in combinatie met andere behandelingen:  voor of na heelkunde, na chemotherapie, in combinatie met immunotherapie, tijdens bestraling... Zowel pre-als postmenopauzale patiënten kunnen hiermee behandeld worden.

Aromatase-inhibitoren
De aanmaak van hormonen is enkel mogelijk dankzij de werking van een aantal enzymen. Aromatase is een enzym dat de productie van oestrogenen mogelijk maakt. Bepaalde geneesmiddelen (de aromatase inhibitoren) zijn in staat om de werking van dit 'aromatase' enzym te remmen en zo de aanmaak van hormonen af te remmen. Voorbeelden zijn anastrozole, letrozole of exemestane.
Ook deze medicatie kan als enige behandeling aangewend worden of in combinatie met andere therapieën. Soms wordt eerst een aromatase-inhibitor gebruikt gedurende enkele jaren, waarna overgeschakeld wordt op een anti-oestrogeen.
Het is belangrijk om te vermelden dat deze behandeling enkel kan toegediend worden bij postmenopauzale patiënten of bij premenopauzale patiënten die een bijkomende behandeling ondergaan om de eierstokken af te remmen.

Courante bijwerkingen

De meeste hormonale behandelingen worden zeer goed verdragen. Doch wanneer bijwerkingen optreden, hebben deze voornamelijk te maken hebben met het onttrekken van vrouwelijke hormonen aan het lichaam.

Warmteopwellingen
Om warmteopwellingen te verminderen bestaan er een aantal medicamenteuze opties, steeds op niet-hormonale basis. Bespreek deze met uw arts. Daarnaast kunt u ook enkele eenvoudige maatregelen in acht nemen:

  • Vermijd alcohol, te warme spijzen of dranken en sterke kruiden indien deze de warmteopwellingen uitlokken
  • Kleed u luchtig, bij voorkeur in laagjes
  • Zorg bij nachtelijke warmteopwellingen voor een frisse, goed geventileerde kamer en vermijd warm beddengoed

Vaginale droogte en overvloedige vochtafscheiding
Sommige patiënten hebben last van droge vaginale slijmvliezen, andere hebben last van overvloedig slijmverlies. Op zich zijn dit normale verschijnselen bij een hormonale behandeling. U hoeft zich hierover niet ongerust te maken. Raadpleeg evenwel uw arts als u jeuk of pijn hebt: geïrriteerde vaginale slijmvliezen zijn gevoelig aan infecties en deze worden best behandeld.
Om vaginale droogte te verbeteren kan u vaginale bevochtigers gebruiken, steeds op niet-hormonale basis. Als u pijn hebt tijdens betrekkingen kan u een glijmiddel gebruiken. Vraag hierover gerust raad aan de borstverpleegkundige of arts.

Risico op osteoporose (botontkalking)
De aromatase-inhibitoren kunnen botontkalking versnellen. Om deze reden wordt bij de start van deze hormonale nabehandeling een botmeting verricht om na te gaan hoe uw botkwaliteit is. U kan zelf een aantal maatregelen nemen om het botverlies te beperken, zoals voldoende lichaamsbeweging en het regelmatig eten van melkproducten. In sommige gevallen worden er bijkomende calcium/vitamine D-supplementen of botversterkers voorgesteld.