Hartritmechirurgie (pacemaker en AICD)

Inhoudstafel

Hartritmestoornissen

Een hartritmestoornis is een verstoring van het normale hartritme. De oorsprong van een hartritmestoornis kan zich in verschillende plaatsen in het hart bevinden. Een ritmestoornis kan bestuit uit: één of enkele extra hartslagen, een volledig onregelmatige hartslag, een te snelle hartslag of een te trage hartslag.

Bij vermoeden van een ernstige aandoeninge of bij twijfel zal je arts je doorverwijzen naar een hartspecialist (cardioloog). Die zal verder onderzoek verrichten, zoals: een elektrocardiogram (ECG) tijdens inspanning, een echografie van het hart, zo nodig een onderzoek van de kransslagaders.

Je komt in aanmerking voor een pacemaker in het geval van:

  • te traag hartritme met klachten (symptomatische bradycardie)
  • een aangetaste geleidingsknoop in de voorkomers (sinusknoopdysfunctie): 
  • een verstoorde geleiding van de voorkamers naar de kamers van het art (atrioventriculair blok).

Je kom in aanmerking voor een automatisch, implanteerbare cardioverter defibrillator (AICD) bij levensbedreigende hartrtimestoornissen en om een plotse hartdood te vvoorkomenen. De AICD heeft dus een preventieve functie. Die preventie kan primair zijn, om complicaties te voorkomen die er nog niet (geweest) zijn - of secundair, om herval te voorkomen van eerdere complicaties.

pacemaker

Pacemaker

Een pacemaker registreert het hartritme en geeft impulsen wanneer het ritme onder een bepaalde drempel zakt.

Je komt in aanmerking voor een pacemaker in het geval van:

  • te traag hartritme met klachten (symptomatische bradycardie): een duidelijk bewijs tussen een traag hartritme en klachten (duizeligheid, flauwvallen) is de belangrijkste reden om een permanente pacemaker te plaatsen. Het is bealngrijl om eerst de andere oorzaken van een te traag hartritme uit te sluiten en deze, zo nodig, te behandelen.
  • een aangetaste geleidingsknoop in de voorkomers (sinusknoopdysfunctie): te trage hartslag met symptomen van duizeligheid, flauwvallen of hartinsufficiëntie, of onvoldoende reactie van het hart op inspanningen
  • een verstoorde geleiding van de voorkamers naar de kamers van het art (atrioventriculair blok).
AICD's

AICD

AICD is de afkorting van: Automatische, Implanteerbare Cardioverter Defibrillator.

De hartspier trekt samen onder invloed van een elektrische prikkel. Deze ontstaat in een speciale zenuwknoop: de sinusknoop. Deze sinusknoop ligt in de hartwand van de rechtervoorkamer van het hart. Van daaruit wordt de elektrische stroom verder geleid door heel de hartspier. 

Er kunnen afwijkingen ontstaan in dit systeeem waardoor de prikkels niet meer regelmatig gevormd worden: te traag, te snel of helemaal niet meer. Dit kan onschuldig zijn, maar kan ook levensbedreigende vormen aannemene. 

Sommige afwijkingen kunnen gecorrigeerde worden met een zogenaamde implanteerbare cardioverter-defibrillator (ICD): een apparaatje dat ingeplant wordt en een lektrische stroom door het hart kan sturen. Op die manier kan het normale hartritme worden hersteld. Met dit apparaat kan ook de eigen activiteiten van het elektrisch systeem worden kortgesloten als er een eigen levensbedreigend ritme wordt gedetecteerd. Het systeem wordt dan als het ware ge-reset om daarna weer zijn normale activiteit te hernemen. Deze apparaten zijn iets groter dan een pacemaker.

Complexe PM- en AICD-chirurgie

Complexe pacemaker- en AICD-chirurgie

Net bij elke vorm van implantaat kunnen er book bij pacemaker- en AICD-toestellen complicaties optreden. Meestal gaat het om een infectie van het toestel en zijn geleidingsdraad ('lead'), of om breuken ter hoogte van de geleidingsdraad.

Om deze problemen op te lossen dienen vaak het toestel en de geleidingsdraad verwijderd te worden. Het verwijderen van de geleidingsdraad vereist de nodige ervaring aangezien de mogelijke complicaties. De verwijdering kan gebeuren langs de oorspronkelijke implantatieplaats of langs een katheter in de lies.

Over de jaren is er een grote expertise rond deze problematiek opgebouwd op onze dienst Vaat- en Thoraxheelkunde. Teens beschikken we over de nodige materialen om al deze extracties of verwijderingen tot een goed einde te brengen, zoals een lasertoestel en specifieke katheters.